Op dinsdag 11 juli heeft aannemerscombinatie Comol5, die de aanleg van de RijnlandRoute voor haar rekening neemt aan vertegenwoordigers van een aantal ondernemersclubs, waaronder onze vereniging een presentatie gegeven van de logistieke operatie die voor de deur staat.
Dit heeft geleid tot grote bezorgdheid over de bereikbaarheid van burgers, bedrijven en instellingen in onze regio gedurende de komende ruim vijf jaren. Terwijl de filedruk op de A4 en A44 nu al onaanvaardbaar hoog is, wil men bijvoorbeeld gedurende lange tijd zandauto’s over de A44/N44 tussen de knooppunten Leiden-West en Den Deijl laten rijden om die daar te laten keren en via de oostelijke rijbaan naar het begin van de nieuwe weg te leiden. Over de aanvoerroute en -tijden van zandschepen naar een tijdelijke overslagplaats voor de zandauto’s nabij de brug over de Oude Rijn in de N206 en de mogelijke extra brugopeningen kon geen informatie worden verstrekt, maar ook dit kan mogelijk leiden tot veel extra oponthoud.
De organisaties hebben hun zorgen aan de opdrachtgever van het project, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de gemeenten overgebracht en gevraagd de overlast bij het aanleggen van de RijnlandRoute op alle mogelijke manieren te beperken. Zelf denken we daarbij aan het beperken van de zand- en grondtransporten tot de stille uren in het verkeer en/of het kiezen van alternatieve routes en/of vormen voor het vervoer. Vanuit Voorschotens perspectief moet natuurlijk voorkomen worden dat het nu al vaak volledig stilstaande verkeer vanuit en naar het dorp nog meer tot stilstand komt. Dat de aanleg van de RijnlandRoute enige overlast met zich meebrengt, is onvermijdelijk. Maar het dorp moet ook de komende vijf jaar natuurlijk wel aantrekkelijk blijven om te wonen en te werken. Anders hebben we straks een mooie (ondergrondse) weg maar zijn veel potentiële gebruikers bij de opening daarvan al naar elders vertrokken.
Frank ten Have, voorzitter OVV
Foto: sfeerimpressie begin RijnlandRoute West vanaf A4